Chemotherapie bij dikkedarmkanker leidt vaak tot langdurige neuropathie

Patiënten met dikkedarmkanker die behandeld zijn met chemotherapie kunnen tot twee jaar na diagnose symptomen hebben van perifere, sensorische en motorische neuropathie. Dit is een aandoening waarbij de zenuwen zijn aangetast. Vaak hebben patiënten daardoor last van tintelingen en verdoofdheid in tenen of voeten. Uit onderzoek van Cynthia Bonhof (CoRPS, Tilburg University) en collega’s blijkt dat deze klachten invloed kunnen hebben op de gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven. Dit betekent dat de slechtere gezondheidstoestand er voor kan zorgen dat patiënten zich beperkt voelen in het uitvoeren van dagelijkse bezigheden. Volgens de onderzoekers is het heel belangrijk dat patiënten hierover worden geïnformeerd. Ook zouden artsen passende ondersteuning kunnen aanbieden.

Doel
Het doel van deze studie is om meer inzicht te krijgen in het beloop van perifere neuropathie ten gevolge van chemotherapie en de impact hiervan op de gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven van patiënten met dikkedarmkanker tot twee jaar na diagnose.

Opzet
Alle nieuw gediagnosticeerde dikkedarmkanker-patiënten in vier ziekenhuizen kwamen in aanmerking voor deelname aan de studie. In totaal vulden 340 patiënten een vragenlijst in met daarin vragen over neuropathie en kwaliteit van leven. De eerste vragenlijst vulden zij vóór de eerste behandeling in. Vervolgens vulden ze één jaar na diagnose en twee jaar na diagnose nog een keer deze vragenlijst in.

Resultaten
Van de 105 patiënten die behandeld waren met chemotherapie werd door 57% een jaar na de diagnose een hoog niveau van perifere, sensorische neuropathie ervaren. Twee jaar na diagnose was dit 47%. Een hoog niveau van perifere, motorische neuropathie werd gerapporteerd door 47% van de patiënten op één jaar na diagnose. Op twee jaar na diagnose was dit nog 28% van de patiënten. Het gaat hierbij voornamelijk om tintelingen en verdoofdheid in tenen of voeten.

Symptomen van perifere, sensorische neuropathie en perifere, motorische neuropathie namen toe vanaf de eerste meting tot een jaar na diagnose. Dit herstelde niet tot basisniveau na twee jaar. Patiënten met een hoog niveau van perifere, sensorische neuropathie en perifere, motorische neuropathie rapporteerden een slechtere algehele kwaliteit van leven en ook een slechter dagelijks (fysiek, rol, emotioneel, cognitief en sociaal) functioneren vergeleken met dikkedarmkanker-patiënten met een laag niveau van neuropathie.

Conclusie en aanbevelingen
Cynthia Bonhof en collega’s concluderen dat met name symptomen van perifere, sensorische neuropathie twee jaar na diagnose nog steeds aanwezig zijn bij patiënten met dikkedarmkanker. Verder hangen zowel perifere, sensorische neuropathie als perifere, motorische neuropathie samen met een slechtere gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven. Daarom is het cruciaal dat patiënten geïnformeerd worden over het optreden van perifere neuropathie als gevolg van chemotherapie en de invloed hiervan op de kwaliteit van leven.

Momenteel zijn er beperkte behandelopties voor neuropathie beschikbaar. Daarom zouden artsen ondersteuning kunnen aanbieden door symptomen in de gaten te houden en door te helpen bij het zoeken naar een oplossing. Artsen zouden bijvoorbeeld patiënten kunnen informeren over mogelijke voordelen van beweging en cognitieve gedragstherapie. Toekomstige studies dienen gericht te zijn op de oorzaken van neuropathie en de langdurige effecten van deze aandoening. Op deze manier kunnen doelgerichte behandelingen ontwikkeld worden om de impact van perifere, sensorische neuropathie op het leven van patiënten met dikkedarmkanker te verminderen.