2 juli 2018
Er is een grote variatie in de behoeften van nazorg onder ex-kankerpatiënten. Zo is er een grote groep overlevenden van kanker die geen behoefte heeft aan nazorg, maar er bestaat ook een groep waar dit wel voor geldt. En voor degenen die wel graag nazorg ontvangen, is er een verschil in het soort zorg waar zij behoefte aan hebben. Zo lopen deze behoeftes uiteen van moeite hebben met zelfzorg en bijwerkingen tot omgaan met emotioneel welbevinden. Dat blijkt uit onderzoek van Belle de Rooij (Tilburg Universiteit, IKNL) en Amerikaanse onderzoekers van Massachusetts General Hospital en Harvard Medical School.
Voor zorgverleners die betrokken zijn bij de controles van kanker patiënten en de ontwikkeling van nazorg voor kanker overlevenden is het belangrijk om verschillende patronen van nazorgbehoeften bij kankerpatiënten te herkennen. De onderzoekers hebben geprobeerd deze patronen te beschrijven door de nazorgbehoeften in te delen in verschillende groepen op basis van de, door kanker overlevenden, gerapporteerde nazorgbehoeften. Verder hebben de onderzoekers geprobeerd verschillende persoonlijke factoren te bepalen die samenhangen met deze subgroepen.
Vragenlijst onderzoek
De onderzoekers voerden een onderzoek uit door eenmalig een vragenlijst aan te bieden aan Amerikaanse patiënten die het academisch medisch centrum bezochten voor een controle afspraak van niet uitgezaaide kanker. Op basis van de resultaten op de vragenlijsten werden de overlevenden in groepen verdeeld gebaseerd op hun behoeften aan nazorg. Uiteindelijk werden deze groepen met elkaar vergeleken.
Resultaten onderzoek
Onder de 292 overlevenden die de vragenlijst heeft ingevuld, bleken de hoogste onvervulde behoeften gerelateerd aan bijwerkingen (53%), zelfzorg (51%) en emotioneel omgaan met (de gevolgen van) de ziekte (43%). Uit de analyses bleek verder dat deze overlevenden verdeeld konden worden over vier groepen gebaseerd op hun nazorgbehoeften. Deze groepen zijn: lage behoefte aan nazorg, fysieke behoefte, psychologische behoefte en zowel fysieke als psychologische behoefte.
Groep a: lage behoeften (aantal = 123 overlevenden, 42%)
Groep b: voornamelijk fysieke behoeften (aantal = 46 overlevenden, 16%)
Groep c: voornamelijk psychologische behoeften (aantal = 57 overlevenden, 20%)
Groep d: zowel fysieke als psychologische behoeften (aantal = 66 overlevenden, 23%).
Deze verschillende groepen werden met elkaar vergeleken op verschillende kenmerken. De overlevenden in de groepen b, c en d bleken jonger dan de overlevenden in de eerste groep. De deelnemers in de groepen c en d hadden meer last van psychische problemen en in de groepen b en d werd aangegeven dat de overlevenden meer vermoeidheid ervoeren vergeleken met de andere groepen.
Conclusies en aanbevelingen
Belle de Rooij en collega’s concluderen dat veel onvervulde nazorgbehoeften voorkomen onder overlevenden van kanker. Desondanks geeft een aanzienlijke groep overlevenden aan een lage of geen behoefte te hebben aan (aanvullende) gezondheidszorg. De grote variatie in zorgbehoeften bij overlevenden van kanker suggereert een noodzaak om de nazorgbehoeften van patiënten in kaart te brengen waardoor op maat gemaakt nazorg mogelijk is.
De beschrijving van patiënten met weinig behoeften, voornamelijk fysieke behoeften, psychologische behoeften of zowel fysieke als psychologische behoeften kan een nuttig hulpmiddel zijn voor de zorg aan patiënten met kanker. Deze beschrijving kan tevens dienen als hulpmiddel voor verder onderzoek. Aanvullend onderzoek is nodig om op-maat-gemaakte informatie en diensten te ontwikkelen die geschikt zijn voor elke patiëntengroep met de verschillende nazorgbehoeften. Aanvullend onderzoek is ook nodig om in de toekomst de nazorgbehoeften van (ex)kanker patiënten zo efficiënt mogelijk te benoemen.
What are the significant variations in post-treatment care needs among individuals who have survived cancer?