Lagere kwaliteit van leven na lymfeklierkanker

EINDHOVEN, 29 juni 2011 – Na de diagnose Hodgkin of non-Hodgkin lymfoom, beiden vormen van lymfeklierkanker, hebben patiënten vooral last van lichamelijke problemen. Ze voelen zich ook minder vitaal en hebben minder eetlust in vergelijking met de gemiddelde Nederlander. Daarnaast hebben deze mensen vaker financiële problemen. Patiënten met Hodgkin of non-Hodgkin lymfoom die chemotherapie kregen, melden verder een slechtere kwaliteit van leven. Dat blijkt uit een studie van het Integraal Kankercentrum Zuid (IKZ) en de Universiteit van Tilburg (UvT) van Simone Oerlemans et al. In het tijdschrift Annals of Hematology.

Door verbeteringen in de manier om de diagnose te bepalen en verbetering in behandeling neemt het aantal mensen dat kanker (lang) overleeft sterk toe. Daarom is het belangrijk om te onderzoeken wat de invloed van zowel de ziekte kanker als de behandeling is op de kwaliteit van leven van deze mensen. Uit onderzoek blijkt dat zowel (ex-)kankerpatiënten van Hodgkin als non-Hodgkin lymfoom lichamelijke problemen hebben. Ook rapporteren ze meer geestelijke/psychische problemen, zoals somberheid en angst en sociale problemen, zoals relatie- en/of gezinsproblemen. Om te bestuderen wat deze problemen precies zijn en welke factoren daarvan op invloed zijn, voerden onderzoekers van het IKZ en de UvT een literatuurstudie uit.

Problemen patiënten
Patiënten die Hodgkin lymfoom hebben, meldden vaker problemen in lichamelijk en sociaal functioneren in vergelijking met de gemiddelde Nederlander. Bovendien gaven ze vaker aan moeite te hebben met zich te concentreren en na te denken. Ook kwamen vermoeidheid en financiële problemen vaker voor bij patiënten die Hodgkin lymfoom hebben. Daarnaast meldden patiënten die een combinatie van chemo- en radiotherapie (een vorm van bestraling) of chemotherapie en stamceltransplantatie ondergingen, een slechtere kwaliteit van leven. Bij stamceltransplantatie worden stamcellen uit het beenmerg van een donor gehaald en worden daarna weer ingespoten bij de patiënt. Deze stamcellen zorgen ervoor dat er weer nieuwe bloedcellen kunnen worden aangemaakt en dat het beenmerg zich kan herstellen. Door de chemotherapie zijn er namelijk veel bloedcellen aangetast.
Deze resultaten golden ook voor ouderen en voor vrouwen.

Patiënten die non-Hodgkin lymfoom hebben, meldden de meeste problemen met lichamelijk functioneren. Daarnaast gaven ze aan vaker financiële problemen en minder eetlust te hebben en voelden ze zich minder vitaal dan de gemiddelde Nederlander. Patiënten die behandeld werden met chemotherapie, rapporteerden een slechtere kwaliteit van leven. Tussen de verschillende typen chemotherapie werd geen verschil gevonden. Echter, door het beperkt aantal studies naar non-Hodgkin lymfoom en kwaliteit van leven zijn deze resultaten minder duidelijk.

Beweging: betere kwaliteit van leven
De kwaliteit van leven bij Amerikaanse patiënten die Hodgkin of non-Hodgkin lymfoom hebben, was slechter bij diegenen die niet voldeden aan de gestelde bewegingsrichtlijn van minimaal 150 minuten bewegen per week. De kwaliteit van leven werd verbeterd door meer beweging.

Longitudinaal-onderzoek
Om de gevonden resultaten te controleren en beter inzicht te krijgen in de (bij)effecten van de behandeling op kwaliteit van leven is er longitudinaal-onderzoek nodig. Bij een longitudinaal onderzoek wordt hetzelfde onderzoek nog een keer uitgevoerd bij dezelfde groep deelnemers, alleen dan op een later tijdstip. Verder werd er op een enkele studie na alleen gebruik gemaakt van een algemene kwaliteit van leven vragenlijst.

Bij toekomstige studies zal een specifieke vragenlijst voor Hodgkin lymfoom en non-Hodgkin lymfoom gebruikt moeten worden om de klachten en bijwerkingen die specifiek bij deze groep horen beter te kunnen begrijpen. Op die manier kan een bijdrage worden geleverd aan het verbeteren van de zorg en informatievoorziening voor deze patiënten.

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *