EINDHOVEN / TILBURG – Mannen met prostaatkanker die een afwachtend beleid (geen directe behandeling, maar periodieke controles) hebben gevolgd, hebben tot tien jaar na diagnose een vergelijkbare kwaliteit van leven en minder ziektespecifieke symptomen in vergelijking met patiënten die radiotherapie (bestraling) ondergingen. Dit geldt zelfs als rekening gehouden wordt met de mogelijkheid van meerdere aandoeningen of verergering van de ziekte. Dat blijkt uit een onderzoek van het Integraal Kankercentrum Zuid (IKZ) in samenwerking met de Universiteit van Tilburg (CoRPS) en het St. Elisabeth Ziekenhuis.
Patiënten waarbij een lokale vorm van prostaatkanker is geconstateerd, worden vaak geconfronteerd met een moeilijke keuze wat betreft mogelijke behandelingen. Gelokaliseerde prostaatkanker kan worden behandeld met een curatieve behandeling (gericht op genezing, bijvoorbeeld bestraling), maar er kan ook worden gekozen voor een afwachtend beleid.
Doordat deze vorm van prostaatkanker vaak een traag ontwikkelende aard heeft, zou curatieve behandeling een overbehandeling kunnen zijn, die door bijbehorende complicaties de kwaliteit van leven van patiënten kan schaden.
Darmproblemen
Patiënten die hadden gekozen voor een afwachtend beleid, rapporteerden vergelijkbare niveaus van angst en depressie en hadden een vergelijkbare kwaliteit van leven in vergelijking met patiënten die waren behandeld met radiotherapie. Echter, patiënten die radiotherapie ondergingen, rapporteerden meer problemen met hun darmen. Bovendien hadden deze mannen meer problemen met het krijgen van een erectie ten opzichte van patiënten die hadden gekozen voor een afwachtend beleid.
De kwaliteit van leven van patiënten in de groep met afwachtend beleid was vergelijkbaar met die van de gemiddelde Nederlandse man van dezelfde leeftijd. Dit ondanks de veronderstelling dat er bij een afwachtend beleid meer kans is op verergering van de ziekte, in tegenstelling tot de curatieve behandeling waar de kans op verergering minder is, omdat de tumor behandeld is. Opmerkelijk was dat in beide groepen evenveel patiënten waren die een verergering van de ziekte hadden en voor wie actieve behandeling nodig was.
Psychische belasting
Deze resultaten suggereren dat het type behandeling er niet noodzakelijkerwijs voor zorgt dat de patiënt meer of minder psychische klachten heeft, maar wellicht bepaalt de psychologische toestand van de patiënt de behandelkeuze. Een patiënt die kiest voor een curatieve behandeling, zoals radiotherapie, kan hiervoor kiezen omdat hij angstig is om met een onbehandelde tumor te leven.
Daarom moeten patiënten met een traag ontwikkelende vorm van prostaatkanker voldoende en relevante informatie krijgen over het verloop en de behandelmogelijkheden van hun ziekte. Bovendien moeten ze ook kunnen profiteren van psychologische ondersteuning bij hun besluitvorming over een eventuele behandeling.
Opzet studie
De studie is uitgevoerd door onderzoekers van het Integraal Kankercentrum Zuid in samenwerking met de Universiteit van Tilburg (CoRPS) en het St. Elisabeth Ziekenhuis. Zij vergeleken de gegevens van 71 (ex-) prostaatkankerpatiënten die voldeden aan de criteria voor een afwachtend beleid, met gegevens van 71 (ex-) prostaatkankerpatiënten die werden behandeld met uitwendige radiotherapie.
Deze patiënten hadden vergelijkbare demografische (zoals bijvoorbeeld leeftijd) en klinische kenmerken (zoals bijvoorbeeld kenmerken van de tumor). De onderzoekers namen 5 – 10 jaar na diagnose vragenlijsten af bij deze (ex-) patiënten om het effect van de behandelstrategie bij diagnose op de kwaliteit van leven en ziektespecifieke symptomen op lange termijn te bestuderen.