Patiënten met dikkedarmkanker kunnen, met name door de chemotherapie, klachten ontwikkelen van sensorische en motorische perifere neuropathie. Bij sensorische perifere neuropathie gaat het vooral om klachten zoals tintelingen, verdoofdheid en pijn in handen/vingers of tenen/voeten. Bij motorische perifere neuropathie gaat het voornamelijk om zwakheid, krampen en loop- en evenwichtsstoornissen. Er zijn maar weinig behandelopties mogelijk voor patiënten met neuropathische klachten. Mede daarom is het erg belangrijk om onderzoek te doen naar voorspellers van neuropathie die behandelbaar zijn.
Doel
Er is onderzocht of angst- en depressieve klachten bij diagnose, dus voor de behandeling, voorspellend zijn voor sensorische en motorische perifere neuropathie op 1 en 2 jaar na diagnose bij patiënten met dikkedarmkanker.
Opzet
Nieuw gediagnosticeerde dikkedarmkanker patiënten in vier ziekenhuizen kwamen in aanmerking voor deelname aan de studie. In totaal vulden 336 patiënten een vragenlijst in over angst- en depressieve klachten en perifere neuropathie. Dit deden ze voorafgaand aan de eerste behandeling (nulmeting) en vervolgens één en twee jaar na diagnose.
Resultaten
Op 1 jaar na diagnose hadden 115 patiënten (34%) sensorische perifere neuropathie en 134 patiënten (40%) motorische perifere neuropathie. Zowel angstklachten als depressieve klachten voorafgaand aan de eerste behandeling bleken geen verband te hebben met sensorische of motorische perifere neuropathie op 1 jaar na diagnose. Van de 115 patiënten met sensorische perifere neuropathie, had 51% op 2 jaar na diagnose nog steeds meer sensorische perifere neuropathie dan voorafgaand aan de behandeling. Voor motorische perifere neuropathie was dit 54% van de patiënten. Angstklachten voorafgaand aan de behandeling bleken een verband te hebben met sensorische perifere neuropathie. Voor depressieve klachten bleek er geen verband te zijn met sensorische perifere neuropathie. Er was ook geen verband tussen angst- of depressieve klachten en motorische perifere neuropathie.
Conclusie
Angstklachten voorafgaand aan de behandeling hebben een verband met sensorische perifere neuropathie op 2 jaar na diagnose. Toekomstige studies zouden moeten onderzoeken of interventies die gericht zijn op het verminderen van angst vóór en gedurende de behandeling, chronische sensorische perifere neuropathie kunnen verminderen.